Tijdens je boekenkring moet je de volgende dingen vertellen of doen:
Maak een "sheet" met powerpoint, prezi, prowise of een ander programma.
Op deze sheet staat een afbeelding van het boek en je mag er zelf nog bij schrijven of dingen bij verzinnen. Deze "sheet'" laat je zien tijdens je boekenkring. Je mag ook meerdere sheets maken maar dat hoeft niet.
· Laat het boek aan de klas zien.
· Titel van het boek.
· Auteur (schrijver) van het boek
· Wie heeft het boek geïllustreerd (tekenaar)?
· Deel van een serie of niet.
· Waarom heb je dit boek gekozen?
· Is het boek geschikt voor jongens, meisjes of allebei?
· Welke genre heeft het boek?
· In welke tijd en waar speelt het boek zich af?
· Vind je de titel goed gekozen? Waarom wel/niet?
· Was het makkelijk of moeilijk te lezen, veel/weinig moeilijke woorden.
· Wat vind je van de illustraties (tekeningen/foto’s end.)
· Hoeveel punten geef je het boek en waarom.
· Waarom vind je het boek wel/ geen aanrader.
· Vertel iets over de schrijver.
· Andere boeken die deze schrijver geschreven heeft.
· Geef een KORTE samenvatting van het boek . Verklap niet hoe het afloopt!!!
· Je leest ongeveer 1 bladzijden voor. Je leest een fragment door dat goed laat zien hoe het boek is. Met voorlezen mag je niet vertellen hoe het verhaal afloopt of wie de moord gepleegd heeft of… Je mag dus niet de clou vertellen!
· Bedenk drie vragen over het boek of over wat het voorgelezen delen die je aan de kring gaat stellen.
Klaar? Zijn er nog vragen van de kinderen?